15
Door het voorval op de bank, de ruzie en een aantal dronken idioten die bij elke gelegenheid die zich voordeed voor mijn taxi sprongen duurde het nog bijna een uur voor ik bij het ziekenhuis was. En tegen de tijd dat ik de receptioniste ervan had overtuigd me te vertellen waar ze Matthew hadden verstopt (ik was geen familie, ze had hem gezien en het was zonneklaar dat hij geen vriendin had) lag hij al in een bed, in een aantrekkelijk groen ziekenhuishemd, met een gezicht als een dikke donderwolk.
‘Hoi,’ zei ik voorzichtig, en ik reikte hem de Epi-Pen aan. Het zou geen afdoende verdedigingsmiddel zijn als hij besloot me in elkaar te timmeren. ‘Hoe voel je je?’
‘Affof ik dooga,’ lispelde hij. Zijn lichtblauwe ogen waren rood en dik en zijn tong was enorm. Als ik me niet zo schuldig had gevoeld, zou het heel grappig geweest zijn.
‘Hij overdrijft,’ zei Em. Ze zat naast hem op het bed, met haar benen recht naar voren. ‘De dokter zei dat het een geringe reactie was, waarschijnlijk kwamen de koekjes uit een fabriek waar ze ook noten verwerken, en zaten er geen noten in die cake. Hij gaat niet dood. Hij hoefde vannacht niet eens te blijven, maar hij denkt dat er op dit tijdstip een hoop lekkere kerels naar de Spoedeisende Hulp komen.’
‘Homo’f die gewond fijn bij het danfen,’ bevestigde Matthew. Zijn gezicht begon al een beetje bij te trekken. Jammer, want ik had er nog geen foto van genomen.
Ik ging op de harde plastic stoel naast het bed zitten, legde mijn hoofd in mijn nek en sloot mijn ogen. ‘Godzijdank. Echt waar, ik heb de hele taxirit zitten denken dat je dood zou gaan. De hele tijd heb ik er alleen maar aan kunnen denken hoe ik je moeder moest uitleggen dat je was doodgegaan omdat ik niet kan koken.’
‘Gaat het goed met je?’ vroeg Emelie, en ze liet haar hoofd op Matthews schouder vallen, waarvan hij haar zonder pardon wegduwde toen een fraaie jongeman in een strakke gele spijkerbroek en een roze fluorescerend t-shirt de zaal in werd gereden met zijn ene been omhoog, en aan het andere een eveneens roze Converse. ‘Ik was bang dat je een ander topmodel had gevonden om in elkaar te rammen.’
‘Dat was jouw actie,’ hielp ik haar herinneren. ‘Nee, vanavond heb ik genoegen genomen met een vluggertje met Dan op de bank.’
Stilte.
‘Ftel,’ eiste Matthew.
‘Hij kwam terug om iets te halen…’ Zijn tas? Zijn sleutels? Ik wist het niet meer. ‘… en toen zoende hij me zo’n beetje en toen belde jij dus ik zei dat ik weg moest en toen ben ik ’m gesmeerd.’
‘Omdat je hierheen moest om je vriend in het ziekenhuis op te zoeken?’ Ik kon me niet heugen dat ik Emelie ooit zo opgewonden had zien doen. ‘Wat een sukkel. Maar belangrijker, hoe was het?’
‘Maf. Hij was ontzettend kwaad.’ Ik fronste mijn voorhoofd. ‘Alsof hij het me kwalijk nam dat ik niet stapelverliefd op hem was of zoiets.’
‘Dat bedoel ik niet,’ zei ze ongeduldig. ‘Dat zoenen? Bleef het bij zoenen? Ben je verliefd op hem?’
Matthew keek net lang genoeg weg van het lekkere hapje aan de overkant van de zaal om zijn wenkbrauwen naar me te fronsen. Althans, ik was er vrij zeker van dat hij zijn wenkbrauwen fronste, maar het was moeilijk te zeggen.
‘Natuurlijk niet. Op Dan zeker. In die superstrakke broek, weet je nog? Die het met modellen doet? Die zak?’
‘Die topmodellen in de steek laat voor jou? Die als bij toverslag voor je deur staat? Die je aflebbert?’
‘Ach, hou op,’ zei ik. ‘Het blijft Dan. Hij wordt toch niet de vader van mijn kinderen? Hij is iemand die je belt nadat je bij de dokter bent geweest om te vragen of hij de reden is van de jeuk waar je last van hebt.’
‘Getfer,’ lispelde Matthew. ‘Maar wel waar.’
‘Ik kan niet geloven dat ik het zo ver heb laten komen.’ Ik probeerde niet te denken aan hoe ver dat precies was. Of hoe fijn. ‘Ik kan het gewoon niet geloven.’
‘Had je die lingerie aan?’ vroeg Em. ‘Ja toch?’
‘Ja.’ Ik tuurde omlaag naar Dans trui. Gelukkig had ik die lingerie nog aan. Het had weinig gescheeld. ‘Hoe wist je dat?’
‘Dat verklaart het.’ Ze stak haar handen uit alsof het voor haar zonneklaar was. ‘Het komt door die lingerie. Mannen denken met hun pik, omdat die zich buiten hun lichaam bevindt en hun de hele dag de weg wijst. Ze kunnen er geen moment niet aan denken.’
‘Dat if waar,’ knikte Matthew ijverig.
‘Wij niet, omdat het bij ons allemaal netjes opgeborgen zit. Dat betekent dat we van alles kunnen doen zonder dat we voortdurend denken dat we ons geslachtsdeel ergens in moeten steken. Maar als je eenmaal kostbare, sexy lingerie draagt… game over.’
Die theorie beviel me wel. Ze ontsloeg me van mijn verantwoordelijkheid en verklaarde waarom ik de herinnering aan Dans warme, sterke handen om mijn middel niet van me af kon schudden. We waren het stadium van de vlinders in de buik voorbij. We waren beland bij een dubbele salto vanaf de bovenste springplank, met achteraf spijt.
‘Maar nu we het er toch over hebben, hij is zeker krankzinnig mooi zonder kleren?’ Em negeerde zoals altijd mijn verzoek. ‘Zijn zijn armen van die kleine tonnetjes?’
‘Hij is geen Popeye,’ zei ik zuchtend. ‘Maar ja, in feite wel. Ik weet het niet, ik heb het gewoon verpest. Hij bleef er maar over doorgaan dat hij niet had gedacht dat ik “zo’n soort meisje” was, en ik van: maar jij bent zo’n soort jongen! En toen werd hij echt kwaad en nu ga ik waarschijnlijk niet mee naar Sydney.’
‘Ik begrijp niet precies waar Australië nu ineens vandaan komt.’ Em bond haar enorme bos haar tot een hoge paardenstaart. ‘En ik weet dat dit allemaal nieuw voor je is, maar je moet wel snappen dat je als je iemand wil gebruiken voor de seks, dat dan niet aan hem moet vertellen.’
‘Ik wilde hem niet gebruiken voor de seks,’ zei ik, zwaar beledigd.
‘Hij komt er wel overheen,’ probeerde ze me gerust te stellen. ‘Ik durf te wedden dat hij je al heeft gebeld.’
Gewetensvolle ziekenhuisbezoeker als ik was, keek ik snel even op mijn iPhone, die ik ostentatief niet had uitgezet toen de verpleegkundige bij de receptie me daar op luide toon aan had herinnerd. Geen gemiste oproepen, maar wel een berichtje op Facebook.
‘Geen telefoontjes, wel een nieuw bericht van Ethan.’
Heerlijke, ongecompliceerde, mijlenver weg wonende Ethan. Ah, hij zei dat het weekend veel leuker voor hem zou zijn als ik daar was. Zolang hij geen notenallergie had, dacht ik.
‘Rach.’ Em keek me zo ernstig mogelijk aan. ‘Dat gedoe met Dan. Weet je zeker dat het niets betekent? Jullie zijn al jaren bevriend per slot van rekening, en het lijkt erop dat hij waanzinnig veel moeite doet om jou in bed te krijgen.’
Daar dacht ik even over na. We waren tot op zekere hoogte bevriend, en het was waar dat de relatie tussen ons veranderd was nadat ik hem had verteld over Simon en mij. En het was niet zo dat ik hem geen lekker ding vond: opstaan van die bank was een van de moeilijkste dingen geweest die ik ooit had moeten doen. Maar hij mocht nog zo grappig en lief en attent zijn – hij was en bleef Dan.
‘Ga ma lekke flapen,’ zei Matthew slissend. ‘Je fal wel uitgefut fijn.’
Toen ik besefte dat hij met zijn gedachten elders was, namelijk bij het lekkere ding in het bed tegenover hem, accepteerde ik dat hij niet alleen maar aardig deed en greep Emelies hand. Tijd om op te stappen.
‘Naar huis, James. We laten de invaliden alleen.’ Ik omhelsde Matthew voorzichtig. ‘We praten morgen.’
Em klopte hem op zijn hoofd. ‘Als je morgen tenminste kunt praten.’ Ze draaide zich met een vette grijns naar me toe. ‘Je moet me echt alles vertellen.’
Nadat ik Em, de helft van de buspassagiers en iedereen die we passeerden op Amwell Road op de gekuiste versie had getrakteerd van mijn rendez-vous met Dan, was ik ontzettend blij dat ik in mijn eentje op de bank neer kon ploffen. Em was direct naar de badkamer gegaan om haar tanden te poetsen toen de opwinding van mijn avond haar te veel was geworden. Op de bank liggen in mijn eentje, nog steeds in Dans trui, was niet half zo opwindend als op de bank liggen met Dan erbij. Opwindender nog dan met Simon, maar Simon was niet opwindend, hij was Simon. Hij was lief en slim en geweldig en grappig en hij had me laten zitten omdat ik niet ‘de ware’ was. Iets wat je vrij kon vertalen als ‘Ik wil een beetje rondneuken’, of op zijn minst: ‘Ik wil met iemand anders naar bed en ik gebruik deze belachelijke terminologie om mezelf vrij te pleiten. Het is niet mijn schuld, maar die van jou dat je niet de ware bent’.
Ik was een voorbeeldige vriendin geweest. Ik herinnerde hem elk jaar aan zijn moeders verjaardag. Ik maakte altijd het bed op. Ik schoor dagelijks mijn benen. Als hij jarig was verscheen ik voor hem in niets meer dan kousen en een Liverpool-T-shirt, ook al had mijn vader, die een fan was van Manchester United, zich in zijn graf omgedraaid als hij a) erachter was gekomen en b) dood was geweest. Wat was dan zijn probleem?
En wat was het probleem met Dan? Hij had het initiatief genomen. Hij zou blij moeten zijn dat ik hem niet in zijn kruis had geschopt en de deur uit had getrapt. En Ethan, waar was die opuit? Al die flirterige e-mails waar niet echt een bedoeling achter zat. Misschien moest ik mijn energie investeren in iets wat meer potentie had, zoals het uitvinden van een teletijdmachine om terug te gaan naar de negentiende eeuw, waar ik intussen getrouwd zou zijn en vier kinderen zou hebben. Vier kinderen en cholera, wellicht – maar toch. Bah. Mannen.
‘Rach?’ Em porde tegen mijn schouder. ‘Je zegt ineens niets meer. Je gaat je toch niet laveloos zuipen en dan “All by Myself” zingen?’
‘Ik ben niet dronken en ik ga niet zingen,’ zei ik. ‘Ik probeer er alleen achter te komen hoe dit allemaal heeft kunnen gebeuren.’
‘Nou, als je het antwoord weet, laat me dan even horen hoe dat zit.’
‘Ik geloof dat het meer een theoretische vraag is.’ Ooo. Ik kreeg een idee. ‘Ik zie je morgen.’
‘Truste, schoonheid.’ Ze drukte een kus boven op mijn hoofd en verdween in haar kamer. Ze was idioot lief voor me. In West Hampstead stond een schitterende eenkamerflat met een gigantisch kingsize bed al een week lang op haar te wachten omdat ze op het op één na goedkoopste bankbed van Ikea logeerde om te voorkomen dat ik me van kant maakte. Dat was nog eens liefdevol.
Ondanks het feit dat het bijna drie uur in de ochtend was, was ik klaarwakker. Ik haalde mijn schrijfspullen uit de la onder de salontafel. Toen mijn moeder die twee jaar geleden voor me had gekocht, had ik haar meteen geleerd hoe ze Facebook moest gebruiken. Ik weet niet wie van ons het stomst was. Ik had geen brief meer geschreven sinds mijn Franse correspondentievriendje in de brugklas besloot me foto’s van zijn penis te sturen, maar zij kon geen minuut meer zonder Facebook. En je kunt je moeder niet ontvrienden. Daar raken ze heel, heel erg door van streek. Maar dit was echt een situatie voor pen en papier. Met watermerk.
Beste Simon
Ik ging rechtop zitten en hield mijn favoriete turquoise pen boven het papier. Hoe moest ik beginnen?
Er zijn een paar dingen waar ik de laatste keer dat we elkaar spraken niet de juiste woorden voor kon vinden. Gelukkig heb ik ruim de tijd gehad om na te denken, dus ze komen er nu niet uit als een onsamenhangende brij, en je krijgt het weloverwogen, welsprekende antwoord waar je daden om vragen. Je bent een lafbek. Een slappe, zielige kleine lafbek die geen geluk verdient. Je verdient het niet eens om ongelukkig te zijn. Je verdient ellende en eenzaamheid en een eenzame dood in een huis vol troep omdat niemand genoeg om je geeft om te controleren of je je vuilnis wel buiten zet, en daarna, als ze bij je inbreken omdat ze je lijk vanaf de straat kunnen ruiken, vinden ze vuilniszakken vol dozen van afhaalmaaltijden vanaf het jaar 1997. En een heleboel katten. Je verdient een dood omringd door kwaaie katten
Ik nam even de tijd om adem te halen. Dit kwam er heel soepel uit. Boze brieven schrijven was leuk. Vooral als je eerder op de avond een paar drankjes had gedronken, maar absoluut niet dronken was. Absolúút niet. Ik bracht de pen weer naar het papier.
Ik ben niet kwaad omdat je bij me weggegaan bent; ik ben kwaad vanwege de manier waarop je dat hebt gedaan. Je zei dat het een rustpauze was, en geen breuk. Dat heb je gezegd. In het algemeen meent iemand het wanneer hij iets tegen een ander zegt, vooral tegen iemand van wie hij houdt, met wie hij samenwoont, met wie hij samen een huis bezit. Natuurlijk, misschien vind jij dit nergens op slaan omdat je een penis hebt en ik besef dat je daardoor niet rechtlijnig kunt denken. Vooral als het gaat om goed en fout en waarheid en leugens. Ik had het je makkelijker moeten maken. Maar jij, misselijke slapjanus dat je bent, had gewoon te weinig ruggengraat om tegen me te zeggen dat je het wilde uitmaken, dus bleef je maar wat in die logeerkamer hangen, en wachtte je tot ik er zo genoeg van kreeg dat ik het met jou uitmaakte.
Even wachten om de feiten te checken. Ja, tot dusver klopte alles.
Dat is stakkerig. Jij bent stakkerig. Ik ben kwaad omdat jij een stakker bent. Ik dacht echt dat we samen een toekomst hadden. Ik dacht dat je kinderen wilde, een gezin, maar nee, je wilde met half Londen naar bed. Ik hoop dat het goed afloopt en ik hoop dat je er niet iets afschuwelijks aan overhoudt waardoor je eikel wegrot. Het is niet oké om zo om te gaan met iemand van wie je houdt. Het is niet oké om het een te zeggen en dan even later het ander te doen. Het is niet oké om van iemand te verwachten dat ze je gedachten kan lezen. Het is niet oké om te zeggen: kom maar naar Sydney of Toronto en dan te verwachten dat de ander weet wat je bedoelt.
Ik herlas de laatste zin. Er was een kleine kans dat ik van het onderwerp afgedwaald was, maar ik had geen Tipp-Ex dus ik liet het staan. Gebruikten mensen nog steeds Tipp-Ex? Hadden de conservatieven daar niets aan gedaan? Bestond er geen denktank die zich bezighield met de vraag hoe we de arbeiders van Tipp-Ex-fabrieken weer aan werk konden helpen? Maar ja…
Maar ja, het enige wat ik wilde was gelukkig zijn met jou. Het spijt me dat dat voor jou niet genoeg was. Het spijt me dat je zo slap en emotioneel gestoord bent en dat je in wezen de grootste fout van je leven hebt gemaakt, maar laten we eerlijk zijn, waarschijnlijk heb je me een dienst bewezen. Ik voel me fantastisch. En fantastisch is te goed voor jou. Dus de volgende keer dat ik je op straat tegenkom, steek ik over zonder je te groeten. Dat je het maar weet. We zijn geen vrienden. Je bent een wezel, een lulhannes. Zou jij willen omgaan met een lulhannes? Nee, ik dacht het niet.
Nog een fijn leven verder,
Rachel
Het was zelfs nog beter dan mijn eindexamenopstel, waar ik een tien voor had gekregen. Ik vouwde de brief netjes op en stopte hem in een envelop, schreef Simons naam erop en tekende er een zwierige krul onder voordat ik hem op de salontafel legde. Voordat ik de pen wegstopte haalde ik het servetje uit mijn handtas en vinkte een brief schrijven af. Het enige wat er nog op stond was: bungeejumpen, naar een onbekend land reizen, en een date regelen voor mijn vaders bruiloft. Het was net alsof ik een blik Quality Street had waar alleen nog de vieze snoepjes in zaten.
Het was nu echt bedtijd.
Toen mijn telefoon de volgende ochtend begon te zoemen, was ik nog bewusteloos en in de war van dromen over wezels die ik achternazat in het bos vlak bij het huis van mijn moeder, terwijl Dan me volgde, halfnaakt, zwaaiend met een Canadese vlag. Het duurde natuurlijk even voordat ik begreep wat er aan de hand was toen ik mijn ogen opendeed.
Ik rolde mijn bed uit, greep de telefoon van de grond en riep tegen wie het ook was dat hij me in mijn schoonheidsslaapje dat ik zo hard nodig had stoorde. Maar het was Matthew.
‘Dus je bent niet dood.’
‘Nee, maar het scheelde niet veel.’ Hij klonk veel te opgewekt voor, lieve hemel, zondagochtend zeven uur. Ik had nog geen vier uur geslapen. Ik vroeg me af wat ze hem precies hadden gegeven in het ziekenhuis. En of hij daar nog iets van overhad. ‘En mijn bijna-doodervaring heeft me aan het denken gezet. Die lijst van je is prima, maar we moeten er meer vaart achter zetten, Rach. Ik bedoel, ons laatste uurtje kan zomaar geslagen zijn.’
‘Matthew, je bent je hele leven al allergisch voor noten,’ zei ik gapend. ‘Je bent er al vijf keer voor in het ziekenhuis opgenomen, een keer omdat je in een overmoedige bui een Walnut Whip had gegeten. Bovendien zijn we al een heel eind op weg met die lijst. Wat wil je doen?’
‘Niets,’ loog hij. Matthews stem ging altijd een beetje piepen als hij de waarheid niet vertelde. Het was een symptoom van het homo-gen; hij was gewoon niet zo’n gladde leugenaar als heteromannen. ‘Ik vind alleen dat we meer kansen moeten benutten in het leven.’
‘Kunnen we dat doen nadat ik nog drie uur heb geslapen?’ Ik snoof minachtend. ‘En me heb gedoucht?’
‘Je moet nu gaan douchen en daarna je koffer pakken.’ Hij klonk verontrustend opgewonden. Als een fan van Take That toen die weer bij elkaar kwamen. ‘Ik ben over een uur bij je. We gaan weg.’
‘Waar heb je het over?’ Het was echt nog veel te vroeg voor die gekkigheid. ‘Weg waarnaartoe? Ik moet met mijn agent praten om weer aan werk te komen. Ik heb al een week niets gedaan.’
‘Nog een weekje kan geen kwaad,’ zei hij. ‘Je bent in eeuwen niet op vakantie geweest en ik heb de tickets al aangevraagd. We moeten ze binnen een uur ophalen. Zeg ook tegen Emelie dat ze klaarstaat. Ik ben ervan uitgegaan dat je wil dat zij ook meegaat. Jullie moeten je paspoort meenemen.’
‘Matthew, ik moet hier blijven voor het geval Veronica erin slaagt me die opdracht in Sydney te bezorgen, dat weet je toch,’ zei ik jammerend. Sydney. Zon. Zand. Een halve wereld van Simon vandaan.
‘Ja, zeker omdat Dan je nu meeneemt voor een opdracht in Australië?’
Au. Die was raak.
‘Paspoort mee. Over een uur. Ik kom eraan.’
Het kostte me al mijn zelfbeheersing om Matthew er niet aan te herinneren dat mijn vader, in tegenstelling tot de zijne, niet een jaar geleden was overleden en me met een vadercomplex en vrachten geld had achtergelaten. Ik moest werken voor de kost en mijn steeds hoger oplopende creditcardschuld afbetalen. Maar voordat ik had besloten dat hij dit echt moest weten, had Matthew al opgehangen. En dat was dat.
Ik liet me weer in de kussens vallen en nam even de tijd om te genieten van het enorme lege bed voordat ik mezelf eruit sleurde. Wat we ook gingen doen, ik hoopte dat er veel gelegenheden zouden zijn om in bed te liggen.
Em was al in de woonkamer, waar ze een stuk pizza zat te eten dat kennelijk nog over was van de vorige avond. Soms was ze echt een viezerik. Ze zat bovendien mijn brief aan Simon te lezen.
‘Matthew belde net dat ik mijn nest uit moest komen en mijn paspoort niet mocht vergeten,’ riep ze toen ik in de keuken rondscharrelde om koffie te zetten. ‘Hebben ze hem in het ziekenhuis soms de verkeerde medicijnen gegeven? Heeft hij hersenletsel? Heb jij hem hersenletsel bezorgd?’
Ik draaide me om en zag dat ze haar hand opstak voor een high five. Ik schudde mijn hoofd en teleurgesteld liet ze haar hand weer zakken.
‘Blijkbaar heeft hij een vlucht geboekt en komt hij ons over een uur halen,’ legde ik uit. ‘Meer weet ik ook niet.’
‘Niet dat ik iets tegen vriendschap met een vroegere luchtlellebel heb,’ begon ze. ‘Alleen belt hij nooit met de mededeling: ik neem jullie mee naar Honolulu, toch? Als het weer Düsseldorf is, ga ik niet mee.’
‘Düsseldorf was best oké.’ Ik herinnerde me een bijzonder smakelijke schnitzel. ‘Ik bedoel, het was een mooie stad.’
Emelie trok een wenkbrauw op. ‘Als jij het zegt.’
‘Ik heb eigenlijk helemaal geen zin om me te haasten.’ Ik leunde met mijn koffie tegen de koelkast. ‘Vooral niet het eerstvolgende uur. Kunnen we niet gewoon naar Hollyoaks kijken en ons dan als normale mensen bezatten tijdens een zondagse lunch?’
‘Amen, zuster.’ Emelie knikte. ‘Zeg dat maar tegen hem als hij hier komt. Nadat je je hebt verontschuldigd voor het feit dat je hem hebt vergiftigd.’
‘Hmmm.’ Ik nipte aan mijn lauwe oploskoffie. ‘Misschien ga ik toch maar mijn koffer pakken.’
Toen Matthew zijn sleutel in het slot stak, zat ik met mijn tweede kop koffie op de bank naar mijn minikoffer te kijken. Het was nog maar acht uur en ik wilde wakker zijn wanneer Matthew aankondigde dat we voor een week naar een uithoek van Noorwegen zouden gaan. Em stond in de andere kamer ‘klote-Jimmy Choos’ te schreeuwen tegen haar schoenen omdat ze niet in haar tas pasten.
Ik had kunnen aanbieden om ze in die van mij te stoppen, maar ik vond het grappiger om naar een kookprogramma te kijken waar ze de risotto lieten mislukken dan om naar haar geschreeuw te luisteren. Het was zorgwekkend hoeveel spullen ze hier in nog geen week naartoe had gesleept. Ze had hier meer kleren dan ik. Waardoor het pakken van een koffer voor mij een eitje was.
‘Wie is er klaar voor een avontuur?’ Matthew plofte neer op de bank en keek me met een verwilderde blik aan.
Ik kneep mijn lippen op elkaar en keek hem door mijn half dichtgeknepen ogen aan. ‘Door jouw schuld mors ik koffie.’
‘Jij hebt me vergiftigd,’ antwoordde hij met een even valse blik. ‘Staan we nu quitte?’
‘Misschien,’ zei ik minder stuurs. ‘En waar gaan we naartoe?’
‘Oké.’ Hij wreef zijn handen over zijn spijkerbroek. ‘Nou, dat ik bijna doodging omdat jij niet weet hoe je een cheesecake moet maken zette me wel een beetje aan het denken. Ik weet dat we bezig zijn je te leren hoe je een goede single moet worden, maar ik denk dat het ook belangrijk is dat we onze kans grijpen. Dus we gaan naar Canada.’
‘We gaan niet naar Canada,’ reageerde ik onmiddellijk. Bijna even snel als Emelie haar hoofd om de deur stak.
‘Canada? Geen denken aan.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Geen denken aan dat we naar Canada gaan. Ik heb een drukke week.’
‘Waarom jij niet?’ zei hij tegen me. ‘En jij, Em, jij hebt al geen drukke week meer gehad sinds 2003.’
‘Ik werk heel hard,’ zei ze. ‘Dat ik thuis werk, betekent niet dat ik niets doe. Ik moet alle nieuwe Kitty Kitty-producten goedkeuren; ik ben een nieuwe stijlgids aan het ontwikkelen; ik ben bezig met…’
‘Kwekkwekkwek.’ Matthew deed met zijn hand een kwakende eend na. ‘Je kletst maar wat.’
‘Kinderen, een beetje dimmen graag. Matthew, we kunnen niet mee naar Canada. Ethan zal denken dat ik gestoord ben als ik ineens bij hem op de stoep sta.’
‘We staan niet zomaar bij hem op de stoep,’ zei hij zuchtend. ‘Je gaat naar Vancouver voor werk, dus je gaat gewoon even bij hem langs in Toronto. Snap je? Ik heb aan alles gedacht.’
Ik keek naar Matthews opgewonden gezicht. En toen naar Emelies kwade gezicht. Ik vroeg me af wat voor gezicht ik zelf trok. Wie pakte er nu haar koffer en ging het land uit? Oké, ik had de eerstvolgende paar dagen geen afspraken. En nee, niemand rekende op me. En Matthew had die tickets voor een habbekrats kunnen bemachtigen. Niemand kon ontkennen dat afstand scheppen tussen de flat en mij alleen maar een goed idee was, en ik wist vrijwel zeker dat Sydney definitief van de baan was. Een weekje weg, daarna terug voor pa’s bruiloft, en dan weer aan het werk. Matthew had wel eens slechtere ideeën gehad. Zoals Düsseldorf.
‘Het zal je goeddoen om er een tijdje tussenuit te gaan,’ beloofde Matthew. ‘Het wordt enig.’
‘Het lijkt me leuk om weg te gaan,’ gaf ik toe. In gedachten sleepte Rode Rachel haar koffer al de straat op en hield een taxi aan. ‘En het staat op de to do-lijst.’
‘Meen je het?’ Matthew keek alsof hij me niet echt geloofde. ‘Gaan we? Hoef ik je niet de rest van mijn zeer overtuigende argumenten te laten horen?’
Ik gebaarde naar mijn koffer. ‘Voordat ik van gedachten verander.’
‘Je gaat toch niet echt?’ Em wees met een naaldhak naar me. ‘We gaan toch niet echt?’
‘Hoor eens, of je geeft toe dat je daar wordt gezocht voor moord, of je houdt je muil en stapt in de taxi die hier over drie minuten staat,’ snauwde Matthew. ‘Ik sleur jullie niet mee naar Guantánamo Bay, ik neem jullie mee op een eersteklasvlucht naar een mooie stad om daar een paar dagen met je beste vrienden te logeren. Of met je vermeende beste vrienden. Kunnen jullie je alsjeblieft even vermannen en dank je wel zeggen?’
Em kneep haar lippen op elkaar tot een streep. Ik wist niet wat ze ging zeggen maar ik voorspelde dat het niet veel goeds was.
‘Als Rachel een wip gaat maken met een oude liefde wil dat niet zeggen dat jij daarmee Stephen terugkrijgt, hoor.’
O jee. Grof geschut.
Matthew had hier geen antwoord op. Maar zijn ademhaling werd hoorbaar en hij kneep gevaarlijk hard in mijn Snoopy-beker. Toen de bel ging, leek het alsof ik nog nooit een harder geluid had gehoord. Matthew stond zwijgend op, duwde Emelie opzij en liep naar de deur.
‘Ik heb echt geen idee waarom je dat zei,’ fluisterde ik. ‘Waarom moest in hemelsnaam het S-woord eraan te pas komen?’
Em zag spierwit. ‘Dat moet je maar aan hem vragen.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Ik weet dat hij het jou niet heeft verteld.’
‘Wat heeft hij niet verteld?’ Was er iets wat ik niet wist? Wat dan? Er was iets wat me ontging en dat beviel me helemaal niet.
Ik hoorde de deur even snel dichtslaan als hij was geopend en Matthew beende de kamer in, greep een stapel drukwerk van de salontafel en beende weer weg. Wilde hij daadwerkelijk mijn reclamefolders recyclen voordat we op vakantie gingen? En ik altijd maar stressen over hoe kwaad mijn moeder zou zijn als ze wist dat ik het toilet niet met chloor had schoongemaakt voor ik op vakantie ging.
‘Matthew?’ Ik wierp Em een vragende blik toe, maar zij haalde slechts haar schouders op, nog steeds met een Jimmy Choo in haar hand. ‘Kun jij hem zien?’
‘Ik geloof dat hij naar buiten gegaan is,’ zei ze terwijl ze de gang in tuurde. ‘Hij is niet op de trap.’
‘Als hij is weggegaan om zichzelf in de fik te steken of zo, vind ik dat behoorlijk irritant,’ mompelde ik op de bank. ‘Nou, vertel eens, wat is er met jullie aan de hand? Wat weet ik niet?’
Maar Matthew gaf haar geen kans om te antwoorden. Hij deed de deur open, sloeg hem met een klap achter zich dicht en beende weer de gang in.
‘Emelie, hou verdomme op met dat gezeur, stop die schoen in je tas en kom naar beneden,’ beval hij. ‘Rachel, dat was Simon.’
‘Om acht uur ’s ochtends?’ Em keek niet-begrijpend. ‘Op zondag? Is hij ziek?’
‘Hij staat altijd vroeg op in het weekend,’ zei ik onaangedaan. ‘Voor voetbaltraining.’
‘Hij kwam zijn post halen,’ verklaarde Matthew. ‘Die heeft hij nu, en hij zal je niet meer lastigvallen. Hij gaat ook niet met de makelaars praten over de verkoop van jullie flat totdat je hem daarvoor toestemming geeft. Nou, kom op, de taxi staat voor.’
Ik staarde hem sprakeloos aan. Matthew Chase. Man van actie.
‘Dan moesten we maar opschieten.’ Em stopte haar schoen in haar tas en pakte haar koffer op. ‘Op naar Canada.’
Er zat maar één ding op. Ik liet de oude Rachel met haar ex, haar blonde haar en haar interactieve box vol herhalingen van Glee op de bank achter met Something for the Weekend, en liet Rode Rachel mijn koffer door de gang slepen naar de zwarte bolide op straat.
Op naar Canada.